top of page

Opdrachten bij les 2/3

Werkvorm 2: Tableau Vivant
Er wordt een beeld gevormd door een groep mensen die op een bepaalde manier ten opzichte van elkaar liggen, zitten of staan. Het gaat om de compositie. De houdingen die de mensen aannemen, moeten karakteristiek zijn voor de situatie die ze uitbeelden.

Werkvorm 1: Een levend hoekje

In de klas wordt een hoekje ingericht waar een bepaald thema tot leven komt.

 

 

Werkvorm 3: Gasten in de klas
Hierbij kan je mensen met een specifieke job uitnodigen in de klas zodat de leerlingen gerichte vragen kunnen stellen.

Werkvorm 4: Woordspin

De leerlingen doen een brainstorm over een bepaald thema. Dit kunnen ze neerschrijven aan het bord of op een blaadje. Waaraan denken ze bij een bepaald thema?

Werkvorm 5: Vloergesprek

Dit is een geprek dat gevoerd wordt op de grond. Iedereen zit op dezelfde hoogte.

Dit is een les over het ei en de kip.

Allereerst spelen de leerlingen galgje over het thema. Ze vinden de zin 'Alles begint met een ei'.

Daarna worden de oefeningen in het werkboek aangerijkt.

Er wordt ook een filmpje bekeken op schooltv hoe een kip haar kuikentjes verzorgt.

 

Na het invullen van het werkboek worden de leerlingen in groepjes verdeeld.

Ze gaan proefjes doen in verband met het ei.

Dit doen ze aan de hand van het bijgevoegde bundeltje.

Proefje 1: Eitje knijpen.

Hoe sterk is een ei? We doen het eitje in een boterhammenzakje en

proberen dit met één hand kapot te knijpen.

 

Proefje 2: Rauw of gekookt?

Hoe kan je zien dat een eitje rauw of gekookt is?

 

Proefje 3: Sterke eieren?

De eieren worden in een vierkant geplaats. Daar wordt een plank op

gelegd en dan wegen de leerlingen hoeveel kilo de eitjes kunnen dragen

vooraleer ze breken.

 

Proefje 4: Bestudeer de kuikentjes die vooraan in de klas staan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LES 2:

 

 

 

Dit is een les in het thema herfst.
Het is een revisieles in de vorm van een hoekenwerk.

De leerlingen hebben 7 W.O.-lessen gehad in het thema herfst rond de jaarkalender, feestdagen, de basisopbouw van een boom, blad en paddenstoel, ook de benamingen van het blad, de vrucht en boom zelf van een eik, beuk, wilde kastanjeboom en tamme kastanjeboom. Ze moesten de bladeren en vrucht bij de juiste boom kunnen plaatsen. We zagen ook kenmerken van de egel, spin en trekvogels. En tenslotte leerden de leerlingen hoe ze zich moesten gedragen in de natuur.

 

 



Ik wilde met de laatste les even kijken of de leerlingen de leerstof hadden begrepen.

Dit deed ik door een memorie en kwartet te maken rond de spin, de egel en de trekvogels.

Ik had ook een werkhoek gemaakt waarmee ik hun kennis over de kastanjes testte.

De puzzelhoek gebruikte ik om te kijken of ze de benamingen van het blad, de vrucht en

de 4 verschillende bomen nog kende. Er was nog een quizhoek waarvoor ik een powerpoint

had gemaakt die alle behandelde onderwerpen toetste. De vijfde en laatste hoek was een

rusthoek waarin ze mandala's rond het thema herfst mochten kleuren.

Zo ontspande ze zich wat tussen alle kennis.

 


Wanneer de leerlingen vroeger klaar waren met de opdracht uit hun hoek mochten ze zich bezig houden met hun bonenplant. De bonenplant was een onderdeel van een voorgaande godsdienstles en paste ook wel bij het onderwerp: zorgen voor de natuur.

Het was de eerste keer dat de leerlingen een hoekenwerk deden en dus goot ik het in een simpel doorschuifsysteem. Ze moesten opruimen en doorschuiven wanneer ze het herfstlied hoorden dat we in een voorgaande muziekles hadden ingestudeerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Besluit/ reflectie

We kregen de kans om met heel veel nieuwe werkvormen kennis te maken. Dit is zeker bruikbaar naar de praktijk toe.

 

 

 

 

 

 

° Kies 5 werkvormen uit de lijst( PPT) een geef een korte beschrijving van deze werkvorm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

° Voorzie minstens drie actieve werkvormen tijdens je stage binnen de lessen WO. Bewijs aan de hand van LV/ fotomateriaal. Maak ook duidelijk wat het doel is van deze lesdelen

 

LES 1:

 

 

  • Twitter Clean
  • w-facebook
  • w-googleplus
bottom of page